27 februari: Te Anau – Glenorchy
We gaan beginnen aan de tweede helft van onze reis, de eerste zit erop. Hopelijk wordt-ie net zo enerverend alleen met iets beter weer want dat houdt niet echt over, zeker als ik het vergelijk met 2001. Te Anau laten we achter ons en we rijden verder naar het noorden. Via de SH94 en 6 komen we in Queenstown aan. Dit is qua toerisme absoluut de drukste plaats van Nieuw Zeeland, 365 dagen per jaar. Er liggen een aantal behoorlijk grote skigebieden in de directe omgeving die het een geliefd wintersportoord maken, in de zomermaanden is het absoluut de Adventure Capital of the World. Niets is te gek of je kan het in Queenstown doen: Bungyjumpen is hier uitgevonden en kan op vier verschillende lokaties waarbij de sprong varieert van 43 tot maar liefst 134 meter! Een verdere greep uit het ‘assortiment’: paragliding, skydiving, jetboating, white-water rafting, canyoning en dan nog ‘gewoon’ wandelen en mountainbiken. Heb ik tijdens mijn vorige bezoek nog een aantal van deze activiteiten gedaan, deze keer blijft het beperkt. Voornaamste reden: de behoorlijk gestegen prijzen want de Kiwi’s weten hier ècht wat geld verdienen is! We overnachten niet in Queenstown maar rijden veertig kilometer verder langs de oevers van het Lake Wakatipu naar Glenorchy. De route is schitterend in tegenstelling tot het weer want er komt voor de verandering weer een plens regen naar beneden. Het Glenorchy Holiday Park is niet van het niveau dat we gewend zijn hoewel de prijs de duurste is die we tot nu toe voor een overnachting moeten betalen ($30,- voor een powered site). De weersvoorspellingen voor de komende dagen zijn opnieuw dramatisch: regen en later zelfs sneeuw! We hebben de winterkleding expres thuis gelaten dus hopelijk blijven van dat laatste verschoond. Het zal wel onze planning in het honderd laten lopen dus doen we dat niet meer en bepalen vanaf nu van dag tot dag wat we doen en waar we heengaan.