11 maart: National Park – Rotorua
De dag begint zoals-ie gisteren geëindigd is: bewolkt en grijs. Er valt een druilerige regen en er is geen enkel zicht op verbetering. Het prachtige uitzicht van gisteren op Mt. Ruapehu en Mt. ‘Doom’ Ngauruhoe is verdwenen. We hebben gisteren al met al geluk gehad met lopen. Vandaag zullen er wel weinig mensen onderweg zijn. Dat hebben we dus mis! Campingbaas Collum heeft vanmorgen drie bussen (plm. 35 man) afgezet. Hopelijk krijgen ze meer te zien dan mist en regen. Wij breken in ieder geval op van Discovery Lodge en dalen SH47 af in noordelijke richting naar Turangi. Hier is het daadwerkelijk droog geworden en de zon probeert aarzelend door te breken. In de i-site halen we informatie over de bezienswaardigheden in Taupo en Rotorua. Dat zijn er een heleboel. Zoveel, dat we een keuze moeten maken want de tijd is beperkt. We boeken in ieder geval een Maori concert met traditionele maaltijd (Hangi) voor vanavond in Rotorua. We rijden snel over de SH1 naar Taupo langs het gelijknamige Lake dat met de oppervlakte van 600 km2 (gelijk aan de provincie Utrecht!) het grootste is van Nieuw Zeeland. En dan te bedenken dat het een kratermeer is, ontstaan is door een gigantische vulkaanuitbarsting ongeveer 26.500 jaar geleden. Gelukkig woonden er toen nagenoeg geen mensen in het getroffen gebied dat nu 200.000 zielen telt. Vanuit Lake Taupo begint ook de langste rivier van Nieuw Zeeland, de Waikato rivier. Deze stroomt even buiten de plaats Taupo door een vernauwing in de rotsen en stort met donderend geweld enkele meters naar beneden: de Huka Falls. Ondertussen blijft het half bewolkt met een sporadische zonnestraal waardoor het beroerd foto’s maken is. Constant andere omstandigheden vragen om een aanpassing van de belichting. Aan de overkant van de weg bevinden zich de Craters of the Moon. Gaten in de grond die naar zwavel stinken en stoom uitblazen. We zijn immers in het deel van Nieuw Zeeland aangekomen met enorme thermische activiteit.
Inmiddels begint de tijd te dringen want we willen nog een dergelijke plaats bezoeken voordat we in Rotorua aankomen. De keuze is gevallen op het 40 km noordelijke gelegen plaatsje Orakei Korako dat ook wel The Hidden Valley wordt genoemd: de verborgen vallei. We worden met een bootje over een meer gevaren en aan de overkant afgezet. Hier begint een rondwandeling van ongeveer een uur langs diverse thermische zaken. Variërend van een geiser (die het natuurlijk niet doet als wij er zijn) tot een prachtige grot en pruttelende modderpoelen. Ook een terrasvormig plateau met kalk- en zwavelafzettingen in allerlei kleuren is indrukwekkend. Prachtig hoe moeder natuur hier haar werk doet. De tijd vliegt ondertussen door en dat moeten wij ook doen om op tijd in Rotorua te zijn voor het Maori concert. We checken in op Kiwi camping Cosy Cottage International Holiday Park en rijden daarna razendsnel naar de Mitai, het Maori dorp even buiten Rotorua aan de SH5 (net na de gondola aan de linkerkant voor de kenners). We zijn hier (helaas) niet de enige. Ondanks dat we een redelijk kleinschalige onderneming hebben geboekt, zijn er ongeveer 200 gasten. En dat iedere avond! Big business dus. We krijgen buiten in een stukje native forest een officiële ontvangst door een paar stoere Maori die in een originele oorlogskano een klein riviertje af komen peddelen, onderwijl veel krachtige geluiden makend. Zo moet onze landgenoot Abel Tasman in 1642 ook ongeveer ontvangen zijn, ware het niet dat de Maori hem (door een misverstand) meteen de oorlog verklaarden en op zijn manschappen inhakten toen zij elkaar tegenkwamen. Vanavond gaat het er in ieder geval een stuk vriendelijker aan toe en wordt er in een welkomceremonie uit ons gezelschap een leider (chief) gekozen voor vanavond. De traditionele zang en dans geven een goede indruk hoe de Maori cultuur in elkaar steekt. Aan het einde van de show gaan we terug naar een tent waar ondertussen ons avondeten (Hangi) klaar staat. Dit is traditioneel bereid in de warme grond van Rotorua. Aardappels (gewoon en zoet, Kumara), vlees, kip en een soort rijst wordt in manden verpakt en in een grote kuil in de grond gelegd. Daaroverheen gaan (hete) stenen en het geheel wordt toegedekt met natte kleden. Laat het geheel 3-3½ uur garen en je hebt een heerlijke warme (en gare!) maaltijd. Om uit te buiken krijgen we nog een nachtelijke wandeling door het bos waar we o.a. glimwormen en een aal zien. Daarna is het feest ten einde en rijden we terug naar de camping.